Elektrische auto's hebben in hun beginjaren gekampt met twee grote problemen: een beperkte actieradius en een al even beperkt aantal laadpunten. Nu er steeds meer nieuwe elektrische auto’s op de markt komen en de accutechnologie steeds beter wordt, neemt de actieradius ook flink toe. Ook qua laadfaciliteiten zijn er grote stappen gezet. Zo is Tesla bezig met het openzetten van haar Supercharger-netwerk voor alle elektrische auto’s.
Waar opladen?
Het merendeel van de EV-eigenaren laadt nog steeds thuis op, op het werk, of allebei. De meeste auto's staan urenlang voor de deur geparkeerd en dat is het ideale moment om de accu bij te vullen zodat je een volle ‘tank’ hebt wanneer je die nodig hebt. Een elektrische auto kun je overdag óf ’s nachts vaak al helemaal volladen. Als je oplaadt via een normale huishoudelijke stroomvoorziening, zal het proces echter langer duren.
Laadpalen bij bedrijven zijn vaak 11 of 22 kW AC laadpalen, wat meer dan voldoende is. Wel is het zo dat de laadsnelheid die je auto aankan, die bepaalt welk type lader en connectoren je beste kunt gebruiken. Onderstaand een overzicht van de drie belangrijkste types.
- Langzame laders
Met de stopcontactlader die bij de meeste elektrische auto’s en plug-in hybride auto’s wordt geleverd, kun je opladen met de standaard 10 ampère die uit een stopcontact komt. Dat je betekent dat je maximaal 2,3 kWh per uur kunt opladen. Dat hoeft echt geen probleem te zijn, maar is wel iets om rekening mee te houden. Als je niet elke dag honderden kilometers rijdt, dan kan een thuislader voldoende zijn. En als je nu een EV hebt met een kleine accu, dan zijn hoge laadsnelheden bijna overbodig.
Dit type oplader noemt men ook wel eens gekscherend granny chargers vanwege de lage laadsnelheid.
- Laadpalen
Met een laadpaal aan huis kun je je laadsnelheid opvoeren tot 11 kW. Dat is ruim 4 keer zo snel als met een stopcontact oplader. Alleen daarom al kan een laadpaal thuis de moeite waard zijn.
De aansluitingen voor een thuis laadstation, zijn meestal de type 2 ‘Mennekes’-units, die eruit zien als veel stevigere evoluties van de basis zevenpins units met een platte bovenkant, waardoor je ze niet ondersteboven kunt aansluiten.
In 2014 bepaalde de Europese Commissie dat alle nieuwe plug-in voertuigen en laadstations voorzien moeten zijn van type 2 connectoren. Nieuwe plug-in voertuigen zijn nu standaard voorzien van Type 2 aansluitingen, maar een auto kan compatibel zijn met meerdere kabels. Zo kan een kabel met een type 2-stekker aan het ene uiteinde een andere stekker dan aan het andere uiteinde hebben. Dat is wel iets om op te letten.
3.) Snelladers
De meeste moderne elektrische auto’s kunnen nog sneller worden opgeladen bij een snellader – tot 350 kW in het geval van Fastned of 250 kW bij een Tesla Supercharger. Zodoende kun je met een Model 3-accu in ‘slechts’ 15 minuten tot 275 kilometer bijladen.
Vroeger maakte Tesla Supercharger-laadstations gebruik van een eigen stekker, wat oorspronkelijk betekende dat EV’s van concurrerende automerken er geen gebruik van konden maken. Maar sinds de introductie van de Tesla Model 3 (2019) is er een universele CCS stekker bij elke SuC (SuperCharger). En na het vrijgeven van de Tesla laadstations voor andere merken is het ineens een heel stuk makkelijker om onder weg te laden.
Mocht je een elektrische auto bezitten met een CHAdeMO aansluiting, dan is het zaak om een Tesla Supercharger te vermijden. Daarvoor is geen adapter beschikbaar. De meeste EV’s die geschikt zijn voor CHAdeMO snelladen kunnen 50 kW aan.