Er zijn verschillende manieren om een EV op te laden. Van thuis opladen via een standaard stopcontact tot snelladen. In dit artikel gaan we even in op de type laadkabels die je daarvoor nodig hebt. Deze namen worden ook vaak in de elektrische auto-brochures en de media gebruikt, dus dan is het wel goed om te weten wat ze betekenen.
Mode 1 laadkabel
Mode 1-kabels maken het thuis opladen via een standaard stopcontact met een verlengsnoer mogelijk. Bij deze vorm van opladen wordt de stekker van de laadkabel in een standaard 230 volt stopcontact gestoken. Let op: deze wijze van opladen biedt geen bescherming voor de gebruiker of elektrische auto er vindt namelijk geen communicatie plaats. Bovendien duurt het opladen lang, omdat het met een laag vermogen plaatsvindt. Vaak wordt dit als noodoplossing gezien indien je ergens geen toegang hebt tot een laadpaal.
Mode 2 laadkabel
Bij het laden volgens mode 2 wordt nog steeds gebruikgemaakt van een stopcontactstekker, maar dan wel in combinatie met een geïntegreerde beschermer. Dit is het ‘kastje’ die in de kabel verwerkt zit. Deze maximaliseert de hoeveelheid stroom, meestal 10 ampère. De mode 2-laadkabel wordt niet altijd bij de EV meegeleverd, maar dan nog kan zo zijn dat deze te lang, te kort of te dik is waardoor je een andere kabel er bij moet kopen. Mode 2-laden is momenteel de meest gebruikelijke manier om EV’s op te laden indien er geen laadpaal in de buurt is.
De Mode 2 laadkabel is verkrijgbaar in verschillende versies. Kenmerkend is wel altijd het kastje dat tussen de voertuigstekker en de aansluitstekker is aangesloten (ICCB, wat staat voor In-Cable Control Box). De meer geavanceerde versie is een mode 2 laadkabel met een connector voor verschillende industriële stopcontacten van het CEE-type. Hiermee kun je je elektrische auto, afhankelijk van het type CEE-stekker, in korte tijd volledig opladen met een vermogen van maximaal 32 ampère. Let op, dat de kabels achter het stopcontact ook deze laadsnelheid aan kunnen.
Mode 3-laadkabel
Mode 3 laden betreft het gebruik van een openbare laadpaal of een thuis gemonteerde laadpaal voor het laden van EV. De standaard met een elektrische auto meegeleverde Mode 3 laadkabel zit soms ook vast aan de semi-publieke laadpaal of thuislader, waarna je geen aparte Mode 3 laadkabel nodig hebt om op te laden. Momenteel wordt de voorkeur gegeven aan mode 3 voor het opladen van EV, omdat dit de snelste manier is van opladen via wisselstroom.
De mode 3 laadkabel is een verbindingskabel tussen de laadpaal en de elektrische auto. In Europa is onderhand de type 2 stekker als standaard vastgesteld. Om elektrische auto’s met type 1- en type 2-stekkers te kunnen opladen, zijn laadstations meestal uitgerust met een type 2-aansluiting. Om je elektrische auto op te laden, heb je ofwel een mode 3 laadkabel van type 2 naar type 2 nodig (bijvoorbeeld voor de Renault Zoe) of een mode 3 laadkabel van type 2 naar type 1 (voor bijvoorbeeld Japanse EV’s zoals de Nissan Leaf of PHEV’s zoals de Mitsubishi Outlander en eerste Opel Ampera).
Mode 4-laadkabel
Mode 4-laden is de enige wijze waarop met gelijkstroom kun opladen. Dat gaat dan ook gelijk een stuk sneller. ‘DC-snelladen’ of gewoon ‘snelladen’ wordt het ook wel genoemd. Gezien de sterk uiteenlopende oplaadsnelheden voor mode 4-laden (momenteel beginnend met draagbare 5 kW-units tot vaste laadstations met minimaal 50 kW oplopend tot 350 kW), is er soms wat verwarring over wat nu precies ‘snelladen’ is. Maar simpel gezegd is het opladen met wisselstroom. Er zijn in Europa twee connectornormen voor Mode 4. Dat zijn de Japanse CHAdeMO en de Europese Combo 2 of CCS, die is gekozen als norm voor openbare oplaadstations in de EU.
Mode 4-laadkabels kun je trouwens niet los kopen. Deze zitten vast aan een laadstation, net als dat zo is bij een ouderwetse benzinepomp